Geld terugvragen via de bank
Sinds begin 2021 bestaat de procedure niet-bancaire fraude. De gedupeerde kan de oplichter via de bank vragen om het geld terug te storten. De oplichter krijgt hier drie weken de tijd voor. Als hier geen gehoor aan wordt gegeven, kan de gedupeerde de naam en het adres van de oplichter krijgen. Hier zijn natuurlijk wel regels voor. Er worden bijvoorbeeld geen gegeven verstrekt van minderjarigen.
Goed om te weten: je moet altijd eerst aangifte doen voordat je dergelijke procedures kunt opstarten. Op de site van je bank kun je meer informatie vinden over deze procedure en hoe je deze in werking kunt zetten.
Gerechtsdeurwaarder
Ben je van plan om verdere stappen te ondernemen als de oplichter niet reageert op het verzoek van de bank om geld terug te storten, dan heb je waarschijnlijk hulp nodig van een professionele partij. Denk aan je rechtsbijstandverzekering, een advocaat of een gerechtsdeurwaarder.
Op dit moment zijn er twee gespecialiseerde partijen waar je terecht kunt als je op zoek bent naar een gerechtsdeurwaarder, Landelijke Associatie van Gerechtsdeurwaarders (LAVG) en Service Organisatie Directe Aansprakelijkstelling (SODA). Beide partijen werken net anders, maar de basis is hetzelfde. Zij stellen de oplichter aansprakelijk, in eerste instantie zonder tussenkomst van een rechter. Mocht dat niet lukken, dan kunnen zij alsnog een rechtszaak beginnen. De kosten hiervan worden vaak verhaald op de dader.
Regels
De helft van de mensen die een procedure niet-bancaire fraude is gestart, heeft ook daadwerkelijk geld teruggekregen. Je kunt zo’n procedure meteen starten nadat je aangifte hebt gedaan bij de politie. De procedure is alleen mogelijk als de IBAN-nummers van de oplichter en de gedupeerde Nederlands zijn. Daarnaast moet er bewijs zijn dat er fraude is gepleegd.
Elke situatie van oplichting is net anders, waardoor de regels ook weer anders kunnen zijn. Daarom is het goed om je in te lezen en advies in te winnen voordat je verdere stappen onderneemt.